Persoonlijke ontwikkeling en psychotherapie wordt vaak gekoppeld aan langdurige processen. Ze richten zich doorgaans op het verkennen en verwerken van verdrongen indrukken uit het verleden. Want het idee hierachter is dat we pas vrij kunnen zijn als we die ballast hebben losgelaten. Maar onze geest is voortdurend in beweging. Terwijl we proberen oude wonden te genezen, blijven we nieuwe indrukken opdoen én verdringen. Dit proces eindigt nooit, omdat het een wezenlijk onderdeel is van ons mens-zijn. Als we wachten tot alle lagen van ons verleden zijn afgepeld, zullen we merken dat er steeds weer nieuwe lagen ontstaan. Het is als een poging om de horizon te bereiken: hoe verder je loopt, hoe verder de horizon zich lijkt te verplaatsen. Maar als we geloven dat bevrijding pas mogelijk is na het doorlopen van dit eindeloze proces, zullen we die vrijheid nooit ervaren. Want dan wordt het streven zelf een gevangenschap. Want het idee dat we onszelf moeten bevrijden, betekent dat we gevangen zijn. .Bevrijding is geen proces dat tijd kost; het is een inzicht dat op dit moment kan ontstaan. Het vraagt om een radicale verschuiving in perspectief: een erkenning dat je al vrij bént. Laat het verleden waar het hoort, achter je. Stop met zoeken naar een toekomst waarin je vrij zult zijn. Open je ogen en zie dat vrijheid altijd al aanwezig is, Vrijheid is geen bestemming. Het is je geboorterecht. En het enige wat je hoeft te doen, is te erkennen dat het er nu meteen is, op dit moment.
31.12.24
Mijn zoektocht
In mijn zoektocht naar geluk heb ik een opmerkelijke ontdekking gedaan: telkens wanneer ik me gelukkig voelde, was ik er niet bewust naar op zoek. Dat is wat mij betreft het geheim van geluk. Want geluk overkomt me altijd op momenten dat ik op zoek ben naar iets anders. Telkens wanneer ik bewust probeerde geluk te vinden, glipte het me door de vingers. Iedere keer wanneer ik me gelukkig voelde, was ik mezelf vergeten. Geluk blijkt pas tevoorschijn te komen, als mijn eigen ‘ikje’ naar de achtergrond verdwijnt. Deze ontdekking leidde tot een interessante conclusie: gelukkig zijn betekent per definitie dat ‘ik’ er niet meer ben. Langzaam drong tot mij door dat geluk een staat van zijn is waarin mijn 'ik' niet langer centraal staat. In feite lijkt geluk synoniem te zijn met het moment waarop mijn ‘ ík’ oplost in de achtergrond van het bewustzijn. De sleutel van duurzaam geluk blijkt dus niet te liggen in het rechtstreekse najagen ervan, maar in het volledig opgaan in het moment. Het is als een zacht briesje dat ongemerkt ons leven binnenkomt wanneer we niet gefocust zijn om gelukkig te worden. Want gelukkig kun je niet worden, gelukkig kun je alleen zijn. Het is een beloning die zich aandient wanneer je volledig in de stroom van het leven opgaat.
15.11.24
De kern van ons bestaan
We zien onszelf gewoonlijk als losse individuen, gescheiden van de wereld, in plaats van een deel van het geheel. Maar in de kern van ons bestaan zijn we verbonden met alles om ons heen. Vaak denken we dat we dit nog moeten verwerven, maar we zijn al één met het geheel. Omdat het onmogelijk is te bestaan zonder een onderliggende kern, een vast punt dat de basis vormt van ons leven. Dikwijls zijn we ons niet bewust van deze innerlijke kern. Maar het is geen abstracte gedachte, het is de realiteit die ons bestaansrecht geeft. Hoe zouden we anders kunnen leven, bewegen, ademen en ervaren? Om te begrijpen wat deze kern is, kunnen we dit voorstellen als een cirkel. Ergens in die cirkel bevindt zich een middelpunt, een vast punt. waar ons leven zich om heen draait. Dit punt, of de kern, is onveranderlijk en stabiel, zelfs als we dat niet altijd bewust ervaren. Het is de plek waar alles samenkomt, waar alle indrukken en ervaringen naar terugkeren en van waaruit ons leven zich ontvouwt. Zonder deze kern zouden we bestaan als losse deeltjes, zonder richting of zin. Het herkennen en omarmen van deze kern kan ons een gevoel van innerlijke rust en heelheid geven. Het is alsof we terugkeren naar onze oorspronkelijke staat van zijn, waarbij we ervaren dat we niet afgescheiden zijn van de wereld, maar onderdeel zijn van een groot geheel dat altijd in beweging is. Wanneer we contact maken met deze kern, voelen we ons minder afhankelijk van uiterlijke bevestiging en kunnen we het leven tegemoet treden vanuit een fundament van innerlijke zekerheid en kalmte.
14.11.24
Goed & Slecht
Bestaan goed en slecht, of zijn het slechts menselijke verzinsels? Want als er geen mensen op aarde waren, wat zou dan goed of slecht zijn. Met de komst van Adam en Eva verscheen het goede en slechte op de aarde. Vanaf dat punt begon de mens te oordelen en te veroordelen. Dit veroorzaakte niet alleen een splitsing in de wereld, maar ook een splitsing in ieder mens afzonderlijk. De mens werd in twee helften verdeeld. Daarom zijn we niet alleen goed of alleen slecht. Er is zowel goedheid als slechtheid in ieder mens aanwezig. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen samen een geheel. We zijn beiden en we zullen tot in de lengte van dagen beiden blijven. Want goed en slecht kunnen niet afzonderlijk bestaan. Ze vormen één geheel Het slechte in ons is nodig om het goede in ons te duiden. Hoezeer we het slechte ook veroordelen, het zal niet eerder in ons verdwijnen als het goede ook in ons verdwenen is. Het slechte in ons moet dus niet veroordeeld worden, maar eerder erkend als een essentieel aspect van wie we zijn. Het kan zelfs worden gezien als een middel om het goede in onszelf beter te begrijpen en te waarderen. Als we erkennen dat goed en slecht menselijke constructies zijn, kunnen we misschien meer begrip en mededogen ontwikkelen jegens anderen met verschillende opvattingen. En dat is waar in onze gepolariseerde samenleving op dit moment veel behoefte aan is. We kunnen leren dat er niet één absolute waarheid is als het gaat om ethiek en moraliteit. In plaats daarvan kunnen we streven naar een wereld waarin we elkaars perspectieven respecteren en proberen samen te leven, ondanks onze verschillende overtuigingen.
13.11.24
Het begin van de tweestrijd
Gedurende de beginperiode van ons leven, wanneer het vermogen om te denken ontstaat, splits het wat van oorsprong heel is in twee helften. Het is de geboorte van de dualiteit. Vanaf dat moment vormen tegenstellingen een wezenlijk onderdeel van ons leven. . We kunnen deze dualiteit waarnemen in verschillende aspecten van ons leven, zoals goed en kwaad, liefde en haat, vreugde en verdriet. Goed en kwaad zijn misschien wel de meest dominantste, met op een goede tweede plaats, voortdurend plezier zoeken en pijn trachten te vermijden. De dualiteit van ons denken zorgt voortdurend voor conflicten en innerlijke strijd. Ze kan leiden tot twijfel, schuldgevoel, angst en stress. Elke keer als we een keuze moeten maken kan dit leiden tot een innerlijk conflict tussen wat we willen en wat we denken dat niet juist is. Maar onze persoonlijkheid lijdt misschien wel het meest van de zorgelijke gedachten over afwijzing, verlangen en tekort schieten. Wij zijn ons echter van deze verwarring in zijn geheel niet bewust. Hoewel denken op zichzelf geen enkele betekenis heeft, draait onze hele leven om het denksysteem van de persoonlijkheid. Want ons denken heeft niet het vermogen om het hier-en nu te ervaren. Wij beleven ieder moment door een gekleurde lens van het verleden of in een fantasie over een toekomstig moment. Als gevolg daarvan staan we altijd buiten het nu en dat betekent dat we niet aanwezig zijn. Daarom zien en ervaren niets van de werkelijkheid zoals het is. Het enige wat wij wel zien en ervaren zijn scénes uit een oude film die het hier -en nu verdringen. Het is een soort van tweede hands leven
De wereld van het denken
Wanneer we de totaliteit van ons potentieel willen ontdekken, zullen we eerst moeten begrijpen, hoe we dit moeten doen. Deze ontdekking is echter verrassend eenvoudig en voor iedereen toegankelijk. Het is het besef dat we in een wereld leven die uit niets meer bestaat dan uit onze ideeën, gedachten en conditionering. Dat onze wereld een wereld is van het denken. Dit denken verdeelt wat heel is in tweeën. Iedere gedachte bevat een subject en een object, omdat het een denker en gedachte bevat. Deze dualiteit verdeelt onze wereld, omdat het ons niet in staat stelt het grotere geheel te zien. Het geheel bevindt zich niet in het denken, niet in taal en in geen enkel standpunt, geloofssysteem of filosofie. Maar tegelijkertijd zijn al deze elementen wel onderdeel van het geheel. Het geheel is, wat wij zijn, ook al denken we van niet. Maar ons denken is niet in staat is om deze waarheid volledig te bevatten. Het kan geen antwoorden bieden, geen conclusies trekken en geen nieuwe gedachten voortbrengen die dit mysterie kunnen ontsluieren. Op dat cruciale moment, wanneer we de grenzen van het denken bereiken en de illusie van dualiteit beginnen te doorzien, kunnen we ons laten zakken in het tijdloze geheel. Kunnen we nu de onpersoonlijke energie van bewustzijn, de totaliteit van wat we zijn, laten doordringen in ons dagelijks leven? Is het mogelijk dat ons leven, zoals we dat hebben opgebouwd, plotseling bevrijd kan worden van zijn verdeeldheid? Geloof me niet op mijn woord, maar laten we zelf dat in ons leven ontdekken. Laat het leven ons ontdekken.
Voorbij het denken
Het ligt in de menselijke aard om de wereld te ervaren in termen van tegenstellingen. Dit komt echter voort uit de beperkingen van ons verstand, dat geneigd is om alles wat ‘heel’ is in twee stukken te verdelen. Hierdoor zien we de wereld in tegenstellingen van zwart versus wit, goed versus kwaad, licht versus duisternis. Wanneer we echter deze fragmentatie loslaten en de wereld bekijken zonder de tussenkomst van ons logische verstand, openbaart zich een ander perspectief. In deze staat van onbevooroordeelde waarneming, kunnen we het verschijnsel in zijn totaliteit zien, zonder de begrenzingen van dualiteit. Dan vervaagt het onderscheid tussen tegendelen en ervaren we slechts eenheid. Het is overigens niet de bedoeling om ons logische denken volkomen te negeren, want het kan ons zeer behulpzaam zijn in het dagelijkse leven. Maar we moeten ons wel bewust zijn van de beperkingen die het met zich meebrengt. Als we vasthouden aan de dualiteit als de enige manier om de wereld te begrijpen, lopen we het risico om het grotere geheel te missen. Het zien van het grotere geheel brengt een diepgaande verandering teweeg in onze kijk op de wereld en onze plaats daarin. Het opent de deur naar een dieper begrip, mededogen en harmonie. In plaats van gevangen te blijven in een eindeloze strijd tussen tegenstellingen, kunnen we een gevoel van heelheid en vrede vinden in het besef van onze verbondenheid met alles om ons heen. In de filosofie van het oosterse denken, met name in stromingen zoals de Advaita Vedanta en het Taoïsme, wordt dit concept van eenheid vaak benadrukt. Ze leren ons om voorbij de dualiteit te gaan, om te zien dat alles in het universum onderling verbonden is en dat tegendelen slechts een illusie zijn van onze denkgeest.
Geluk & Ongeluk
Geluk wordt vaak nagestreefd als een teken van vervulling en tevredenheid, terwijl ongeluk een staat van zijn is die we liever vermijden. Maar juist in het contrast tussen deze twee extremen kunnen we diepere inzichten verkrijgen in wat het betekent om mens te zijn. Geluk wordt vaak beschouwd als de ultieme staat van welzijn. Het is de warme gloed van tevredenheid die ons hart vervult en ons leven kleur geeft. Het wordt geassocieerd met positieve emoties zoals vreugde, plezier en sereniteit. Wanneer we geluk ervaren, voelen we ons verbonden met het moment en met anderen om ons heen. Het is als een bron van energie die ons aandrijft en inspireert om te groeien, te creëren en te delen. Geluk is echter meer dan alleen een kortstondige sensatie van vreugde. Het is een diepgaande staat van zijn die voortkomt uit een gevoel van zingeving en vervulling in het leven. Mensen streven voortdurend naar geluk, en terecht, omdat het de kwaliteit van ons bestaan verrijkt en ons in staat stelt om veerkrachtig om te gaan met uitdagingen. Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de schaduw van geluk - ongeluk. Het is de afwezigheid van vreugde, een gevoel van leegte, verdriet en pijn. Ongeluk kan vele vormen aannemen, van lichte teleurstellingen tot diepgaand lijden en wanhoop. Het is een onvermijdelijk onderdeel van het menselijk bestaan, en net zoals geluk ons kan verheffen, kan ongeluk ons uitdagen en onze grenzen verleggen.
Ongelukkig zijn kan ons dwingen om onze diepste angsten en worstelingen onder ogen te zien. Het kan een tijd van introspectie en zelfreflectie worden, waarin we de bronnen van ons lijden onderzoeken en streven naar genezing en groei. Hoewel het vaak als ongewenst wordt beschouwd, kan ongeluk een krachtige katalysator zijn voor persoonlijke transformatie en spirituele ontwikkeling. Hoewel geluk en ongeluk als tegenpolen worden beschouwd, zijn ze eigenlijk met elkaar verbonden als de twee zijden van dezelfde medaille. Ze vormen een fundamenteel deel van de menselijke ervaring en kunnen elkaar aanvullen en verrijken. Zonder de duisternis van ongeluk zouden we het stralende licht van geluk niet ten volle kunnen waarderen, en zonder geluk zouden we verloren kunnen raken in de diepten van ongeluk. Het streven naar geluk betekent niet het vermijden van ongeluk, maar eerder het omarmen van het volledige spectrum van menselijke emoties en ervaringen. Het vereist acceptatie van zowel de vreugdevolle momenten als de pijnlijke uitdagingen van het leven. Geluk en ongeluk zijn intrinsiek met elkaar verbonden aspecten van de menselijke ervaring. Ze vormen het contrast dat ons helpt de diepte en de rijkdom van het leven te begrijpen. Door beide te omarmen en te waarderen, kunnen we een dieper gevoel van vervulling en betekenis vinden in ons bestaan. En in dat proces ontdekken we misschien dat het ware geheim van geluk niet ligt in het streven naar permanente vreugde, maar in de kunst van het omarmen van het volledige spectrum van menselijke emoties en het koesteren van elk moment van ons kostbare leven.