12.3.13

Samenvatting

De geschiedenis van de Westerse Psychologie

Freud hield zich vooral bezig met splitsingen. Hij scheidde niet alleen lichaam en geest, maar deelde de psyche van de mens ook op in twee delen. De meest bekende is wat acceptabel is, en wat niet acceptabel is. De mens laat de buitenwereld alleen datgene van zichzelf zien wat men acceptabel vindt. Wat men niet acceptabel vindt wordt verdrongen en verdwijnt daarmee naar het onderbewuste. Psychoanalyse heeft als doel het bewuste deel en het onbewuste deel van de mens te herenigen, zodat er een sterk en gezond ego ontstaat. Want Freud ging er vanuit dat een krachtig ego de basis is van psychische gezondheid. Dat is natuurlijk fantastisch, maar het is nog steeds een ego, die zijn lichaam bezit zoals een huis, maar het 'is' niet het huis. Adler daarentegen zag de mens wel als een eenheid van lichamelijke en geestelijke processen. Hij zag ook geen verschil tussen bewuste en onbewuste processen hij legde uit dat het twee delen zijn van één systeem die een gezamenlijk doel hebben. Rank vond dat psychotherapie zonder het geboortetrauma te verwerken niet compleet was. Hij ging ook meer nadruk leggen op het ervaringsgerichte aspect, omdat hij vond dat een verbale benadering in psychotherapie maar een beperkte waarde had. Pas bij de opkomst van de humanistische- en lichaamsgerichte therapieen werd de splitsing tussen lichaam en geest hersteld , om beiden als één geheel te laten functioneren. Reich wordt beschouwd als de grondlegger van de lichaamsgerichte therapie. Hij ontdekte dat een neurose niet alleen mentaal is, maar ook lichamelijk, dat een trauma zich niet alleen in de menselijke geest nestelt, maar ook in het lichaam. Verdrongen materiaal wordt daarbij opgeslagen in wat hij noemde 'lichaamspantsers', die de doorstroming van levensenergie in het lichaam belemmeren. Want een onbelemmerde doorstroming van deze levensenergie is van doorslaggevend belang voor het psychisch en lichamelijk welzijn van de mens. Jung breidde het individuele onderbewuste uit met het collectieve onderbewuste. Volgens Jung is het collectieve onderbewuste  een westerse variant van wat ze in de oosterse filosofie eenheidsbewustzijn noemen. Eenheidsbewustzijn is voor Jung een proces waarbij tijdelijk delen van het collectieve onderbewuste zichtbaar worden en waarin momenten van  eenheid en eeuwigheid wordt ervaren. Wat Jung betreft vertonen het oosterse begrip eenheidsbewustzijn en zijn westers psychologisch begrip individuatie overeenkomsten. Hij is de enige leerling van Freud geweest die een brug heeft weten te slaan naar de oosterse filosofie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.