De
geschiedenis van de westerse psychologie
Binnen
de Humanistische psychologie ontstond aan het eind van de jaren
zestig een nieuwe stroming, die het humanistische gedachtegoed te
beperkt vond. Men noemde deze nieuwe stroming transpersoonlijke
psychologie. Deze stroming binnen de psychologie, heeft sterke
raakvlakken met filosofie, spiritualiteit en kunst. De
transpersoonlijke psychologie is ontwikkeld door de psychiaters Jung,
Maslov, Assagioli, Grof en Wilber.Transpersoonlijk
betekent letterlijk ‘boven de persoon uitstijgend’.Deze therapie
gaat er van uit dat er een kern in de mens is, een constante factor,
die losstaat van iemands persoonlijke lichaam , denken en voelen.
Mensen die in contact komen met deze kern, hebben het gevoel dat ze
boven hun individuele bestaan uitstijgen en begrippen zoals tijd en
ruimte achter zich hebben gelaten. Hierdoor ontstaat een ruimere kijk
op de werkelijkheid. Ondanks dat
bovenstaande verschijnselen van tijdelijke aard zijn, hebben
piekervaringen wel degelijk therapeutische effecten, ze kunnen iemand
op een hoger plan brengen. Het kan iemand definitief in een
positiever, vrijer, spontaner, expressiever en creatiever mens
transformeren. Bovendien kunnen transpersoonlijke
ervaringen een springplank zijn naar eenheidsbewustzijn Over het
algemeen bestaat transpersoonlijke therapie uit twee stadia. Eerst
leert men de verschillende aspecten van de persoonlijkheid kennen en
de confrontatie er mee. Vervolgens leert men om zich niet meer met
deze persoonlijke aspecten te identificeren.