Dit
boek gaat over dat alles uiteindelijk onmiskenbaar met elkaar
verbonden is Ik zal een toepasselijk voorbeeld geven om dit
duidelijk te maken. Westerse psychologie en oosterse spiritualiteit
lijken mijlen ver uit elkaar te staan. Bij psychologie denken we aan
een vorm van wetenschap, welke praktisch is ingesteld, terwijl we
spiritualiteit zien als iets wat gehuld is in een waas van
mysterie, wat ver buiten onze kenbare wereld ligt Helaas is de
psychologie nog ver verwijderd van de wetenschap. Er is nog steeds
geen algemeen aanvaarde theorie. Sterker nog er is eerder een
veelvoud van theorieen welke onderling in conflict zijn , met de
meest uiteenlopende technieken. Wat spiritualiteit betreft, zij
wordt vaak in verband gebracht met godsdienst en occultisme. Maar als
je het ontdoet van al die randverschijnselen, zal alle omhullende
mist optrekken, waarachter je een verrassende eenvoud kunt
aantreffen. Ook bij de beoefenaars van beide stromingen lijken grote
verschillen te bestaan. In spirituele kringen moet men over het
algemeen niets hebben van psychologische stromingen. Men ziet dit
vaak als een afleiding of een verzwakking van de spirituele
afstemming. Soms is men ook bang dat de kracht van het ego zal
toenemen. In psychologische kringen daarentegen heeft men meestal
weinig begrip voor spirituele stromingen. Men vindt het allemaal te
'zweverig,' niet geaard. Men is bang niet meer met beide benen op de
grond te staan, waardoor de kracht van het ego zal afnemen. Ondanks
deze tegenstrijdigheden kunnen beide stromingen niet los van elkaar
bestaan. Psychologie en spiritualiteit zijn twee kanten van één
medaille. Spiritualiteit zonder psychologie is net als een boom
zonder wortels, je begint meteen in de wolken te leven voordat je
wortels geschoten hebt in de aarde. Elke boom moet niet alleen goed
geworteld zijn om zijn voedsel en water uit de grond te kunnen halen,
maar zal ook naar de hemel moeten kunnen uitreiken om zich te laten
voeden door het zonlicht, wil het kunnen groeien en vruchten kunnen
dragen. Ook als mens kunnen wij alleen tot bloei komen als we met
onze voeten geworteld zijn in de aarde en tegelijkertijd via onze
mond goed kunnen doorademen.
Van tweestrijd naar eenheid
12.3.13
Voorwoord
Dit
boek is de neerslag van een belangrijk deel van mijn leven. Het is
niet alleen het resultaat van studie. De processen die worden
beschreven zijn vooral gegroeid en voortgekomen uit ervaring en
bewustwording. Inzichten zijn vaak ontstaan na een persoonlijk
doorleven. De lezer zal echter niets tegenkomen over, of en hoe de
vragen over mijn eigen leven zijn beantwoord. Het is ook niet de
bedoeling met dit boek, het laatste woord te hebben. Men zal ook geen
onleesbare academische taal aantreffen. Bovendien is dergelijk
woordgebruik niet mijn sterkste zijde, dus laat ik dit met plezier
over aan mensen die daar wel in thuis zijn. Door mijn manier van
schrijven hoop ik dat het voor iedereen leesbaar is. Of ik daar in
geslaagd ben, laat ik graag aan de lezer over. De inhoud van het boek
is vooral bedoeld voor iedereen die zoekende is naar het antwoord op
de vraag 'wie ben ik'? Er wordt beschreven hoe fundamentele processen
zich in een mensenleven afspelen. Achtereenvolgens wordt het verloop
van deze processen uitgewerkt. Er worden drie niveau's onderscheiden
waarop mensen functioneren. Het eerste niveau staat bekend als het
eenheidsbewustzijn. Het is de eenheid die we ervaren tijdens
ons verblijf in de baarmoeder en de eerste maanden na de geboorte.
Het tweede niveau ontstaat door afscheiding, waardoor we de eenheid
splitsen in twee afzonderlijke compartimenten. Dit wordt dualiteit
genoemd, een samenstelling van 'ik hier en ieder ander daar',
met alle lijden en conflicten van dien. Het derde niveau noemt men
non-dualiteit , dit betekent
dat er geen afgescheiden ik meer is en geen afgescheiden ander,
waardoor dualistisch lijden en conflicten ophouden te bestaan. Dit is
een niveau van openheid en puur zijn, de zuivere essentie van
bewustzijn.
Integratie
Integratie
van psychologie en spiritualieit
Beoefenaars
en autoriteiten op het gebied van psychologie en spiritualiteit
hebben in het verleden elkaar voornamelijk bestreden. Ook in de
huidige tijd heeft men nog weinig oog voor elkaar Men beschouwd
elkaar over het algemeen nog steeds als tegenpolen die elkaar
uitsluiten of tegenwerken. Toch bestaat er in het geheel geen
splitsing tussen psychologie en spiritualiteit, het is slechts een
schijnbare tegenstelling. Of je nu therapie beoefent of meditatie,
je kunt nooit zeggen of het een therapeutische of spirituele
activiteit is. Het is zowel therapeutisch als spiritueel, of noch
therapeutisch noch spiritueel. Bovendien zijn beiden nodig om tot
een 'volledig menszijn' te komen. In het verleden ben ik een fervent
beoefenaar van meditatie geweest. Ik ging naar retraites en beleefde
daar geweldige doorbraken in mijn bewustzijn. Maar zodra ik van mijn
meditatiekussentje opstond, bleef er niets van over. Ik bleek niet in
staat het in mijn dagelijkse leven te integreren. Tenslotte maakte
dezelfde steeds terugkerende patronen in liefdesrelaties me
duidelijk dat ik nog aan bepaalde psychologische aspecten van mezelf
moest werken. Zo ontdekte ik dat spiritueel en psychologisch werk
noodzakelijk is. Ook in mijn therapie praktijk komen vaak
mensen die langdurig met spiritualiteit bezig zijn geweest, maar
problemen ervaren met integratie van hun inzichten en ervaringen in
het dagelijkse leven.
Gustav Jung
De
geschiedenis van de westerse psychologie
Aanvankelijk
had Freud Jung als zijn enige opvolger en kroonprins bestempeld.
Beiden stonden ook aan de wieg van de onderzoeken naar het bestaan
van een onderbewuste. Aan hun samenwerking kwam een einde toen Jung
met de aanname kwam dat er naast het persoonlijke onderbewuste een
collectief onderbewuste bestond. Hier kon Freud niet mee omgaan. Jung
ontdekte dat mensen niet alleen handelen vanuit vroegere verdrongen
gevoelens, maar ook vanuit een innerlijke belevingswereld die op geen
enkele manier terug te leiden is naar de vroegste jeugd. Hij zag
zelfs overeenkomsten met bepaalde innerlijke belevingen die in alle
culturen voorkomen, hij noemde dit 'archetypen'. Op een later
tijdstip ontdekte Jung het begrip 'synchroniciteit'. Dit is een
verschijnsel van verschillende gebeurtenissen die ogenschijnlijk
geen verband met elkaar hebben maar zich gelijktijdig voltrekken,
Met zowel het begrip archetype als het begrip synchroniciteit maakte
hij zich voor de wetenschap belachelijk. Het centrale doel van de
psychologie van Jung is het individuatie-proces. Hierbij gaat het om
het ego, de persoonlijkheid overboord te zetten en het vinden van een
'eigenheid'. De verwezenlijking van het ware zelf is een proces dat
gekenmerkt wordt door de vereniging van tegenstellingen in de mens,
zoals goed en kwaad, jong en oud, licht en schaduw, binnen en buiten.
Naarmate het verschil tussen beide tegenstellingen kleiner wordt
verdwijnen klachten en leven mensen meer in balans. Hiermee verliet
Jung in feite de psychologie en begaf hij zich op het pad van de
oosterse filosofieen. Toch gaat het verhaal dat Jung bang was voor
oosterse mystici. Ooit was hij tien kilometer verwijderd van de
plaats waar
Ramana
Maharshi woonde. Een buitenkansje om deze avatar te ontmoeten, maar
hij durfde de confrontatie niet aan. Jung was er op een bepaald
moment zelf van overtuigd dat hij een profeet was. Dit hoor je vaak
ook door verwarde mensen zeggen. Er is altijd veel kritiek geweest op
Jung, vooral door zijn twijfelachtige geestelijke gezondheid, zo
leidde de breuk tussen Freud en Jung tot een persoonlijke crisis bij
Jung.
Wat is neurose?
Volgens
het psychologisch woordenboek is neurose een psychiatrisch
ziektebeeld zonder aanwijsbare lichamelijke oorzaak, gekenmerkt door
angst en spanning, met als reactie daarop een onnatuurlijk gedrag.
Maar angst, spanning en onnatuurlijk gedrag kennen we allemaal,
niemand uitgezonderd. Je zou dus kunnen zeggen dat neurose een
collectief ziektebeeld is, of dat het helemaal geen ziekte is. Maar
stel nu dat het een collectief psychiatrisch ziektebeeld is, wie kan
ons dan daarvan genezen? De psychiater? Dat lijkt me
onwaarschijnlijk. Want hoe kan een neuroot een andere neuroot
genezen. Het lijkt me voor de hand liggen, dat als je een neuroot
wilt genezen, je van alles mag zijn, behalve een neuroot. Alleen
iemand die geestelijk gezond is kan objectief doordringen in alle
aspecten van neurose. Maar ook als we er van uitgaan dat neurose geen
ziekte is, blijft de psychiater in gebreke. Want als er geen ziekte
is, valt er niets te genezen. Het enige normale aan de mens is dat
hij neurotisch is. Dat is ook de reden dat we nooit opvallen, we
zijn precies zoals ieder ander. Alleen mensen die in een
psychiatrische instelling verblijven hebben een persoonlijke neurose.
Ze hebben geprobeerd zich een eigen stijl van neurose aan te meten.
Maar dat wordt niet door de samenleving geaccepteerd. Dat vinden we
niet normaal.
Sigmund Freud
De
geschiedenis van de Westerse Psychologie
Het
begon allemaal met de Freud de grondlegger van de westerse
psychologie. Aanvankelijk noemde hij het 'de leer van het geestelijke
leven'. Als men hem vroeg wat hij met het 'geestelijke' bedoelde,
vertelde hij dat dit nauw samenhing met datgene wat men 'ziel noemde.
Vandaar dat hij later de naam veranderde in 'zielkunde'. Freud was
echter opgeleid als arts in de 'ziekteleer' en werkte volgens het
wetenschappelijk 'medisch model'. Omdat het begrip 'ziel' geen
betrekking heeft op een wetenschappelijk aantoonbare feiten deed hij
afstand van de naam 'zielkunde' en introduceerde hij de naam
psychologie. Zo ontstond er een geheel nieuwe tak in de medische
wetenschap, die hedendaags nog steeds werkzaam is. Psychiaters
gebruiken nog altijd het z.g medisch model. Toch is de psychologie
als wetenschap altijd omstreden geweest. In de psychologie kent men
geen algemeen aanvaarde theorie. Sterker nog er bestaat eerder een
veelvoud van theorieen welke onderling in conflict zijn. En het
eerste vereiste van wetenschap lijkt mij dat je het met elkaar eens
moet zijn. Freud was de eerste die een behandeling ontwikkelde voor
wat hij noemde de geneeskundige psychologie, de klassieke
psychoanalyse. Hij toonde aan dat er een onderbewuste bestond en
onderzocht de werking er van. Daarbij kwam hij tot de conclusie dat
het onbewuste een soort vuilnisvat is,waaruit voortdurend onverwerkte
jeugdtrauma's verschijnen die uiteindelijk leiden tot allerlei
psychische ziekten, zoals hij dat noemde. De theorie van het
onderbewuste is volkomen geintegreerd in onze huidige cultuur
Opvallend is dat Freud aanvankelijk uitging van het idee van een
objectieve, onafhankelijke waarnemer, die net als in de oosterse
filosofie niet beinvloed wordt door eigen gevoel of vooroordelen.
Maar later toen hij kwam met het beroemde model van het Es, Ego en
Superego is hij hier op teruggekomen. Het Es, ook wel libido genoemd,
staat volgens Freud voor de kolkende massa van sexuele instincten en
impulsen. Het Ego is het bewuste deel van ons dat probeert deze
sexuele driften er onder te houden door middel van specifieke
afweermechanismes. De werking van het Superego is voornamelijk
onderbewust, het is het geheel van ouderlijke conditioneringen.
Wanneer je bijvoorbeeld tegen jezelf zegt dat je niet boos mag zijn.
( een opdracht van je Superego aan jezelf) dan wordt er onbewust een
opdracht gegeven aan het besturingssysteem van je lichaam, dat er dan
voor zorgt dat je je adem vasthoudt waardoor je je boosheid niet
naar buiten brengt, maar inslikt. Ofschoon de psychoanalyse
succesvolle perioden heeft gekend, heeft zij toch niet gebracht wat
zij in aanvang scheen te beloven. Dat komt omdat Freud de mens
voornamelijk zag in termen van ziektebeelden, in plaats van de
gezonde, natuurlijke mens als uitgangspunt te nemen. Daar komt nog
bij dat hij met een zekere stelligheid beweerde dat de sexualiteit
van de mens de oorzaak zou zijn van psychische storingen. Sterker
nog, hij maakte dit tot grondregel van zijn wetenschappelijk stelsel.
Vandaar dat de psychoanalyse niet altijd serieus werd bevonden. Maar
wat wil je ook als je zuinigheid betitelt als anaal-erotiek en
maatschappelijke gevoelens als gesublimeerde homosexualiteit. De
verdienste van Freud is wel dat hij als arts de grote stap nam om het
'zieleleven'van het individu, het Ik, het ego, in zijn totaliteit als
uitgangspunt te nemen van zijn onderzoek. Hij wist dat het ego
ontstaat uit stress en cultuur en daarom geen baas was in eigen huis
hij wist wel degelijk dat het een sociaal kunstproduct was. Maar hij
beschouwde het als onmisbaar voor het bewustzijn. Met bewustzijn
bedoelde hij niet het eenheidsbewustzijn, zoals in de oosterse
filosofieen. Hij
aanvaarde alleen een bewustzijn dat bestond uit een tweeheid van
subject en object. Toch zat hij vaak heel dicht tegen een
eenheidsbewustzijn aan. Zo zag hij wel in dat iets alleen op zichzelf
kan bestaan als het gezien wordt in betrekking tot andere dingen.
Maar hij bleef zich vasthouden aan het ego. Hij kwam tot de conclusie
dat het nodig is om een sterk ego te ontwikkelen, en daar heeft hij
wat mij betreft gelijk in. Maar je dient het alleen te ontwikkelen om
het vervolgens weer van je af te schudden. Want als je geen ego hebt,
hoe zou je het dan kunnen opgeven? Je moet dus eerst een ego
verwerven , voor dat je het kunt laten vallen. Westers psychologie is
dus de eerste stap en Oosterse spiritualiteit de laatste. Beide zijn
nodig om tot een eenheidsbewustzijn te komen.
Alfred Adler
De
afvalligen: Jung, Adler, Reich en Rank
Door
de complexiteit van de psychologie ontstonden er vanaf het begin al
meningsverschillen en conflicten tussen Freud en zijn leerlingen. Dit
had als gevolg dat een aantal van Freud's bekendste volgelingen
(collega's) , al dan niet gedwongen hem verlieten en zelfstandig
verder gingen. Adler was een van de eersten die besloot om met Freud
en zijn instituut te breken. Hij begon een nieuwe school die hij
Individual psychologie noemde. Ik zal proberen de voornaamste
verschillen in het kort te belichten. Onderzocht Freud vooral de
oorzaak van neuroses en andere psychische verschijnselen, Adler had
meer belangstelling voor de patronen van de neurose en naar het doel
waar ze naar streefde. De neurose streeft volgens hem naar
superioriteit, volledigheid en volmaaktheid, maar zoekt ook naar de
zin van het leven. Dit komt voort uit een diep verlangen de enorme
aangeboren minderwaardigheidsgevoelens te compenseren. Overigens vond
hij dit niet altijd negatief, want minderwaardigheidsgevoelens kunnen
via overcompensatie tot buitengewone prestaties leiden. In
tegenstelling tot Freud die de menselijke geest vooral in partjes
verdeelde, zag Adler de mens als een samenhangend, doelgericht
systeem dat op overleving en zelfverwerkeling gericht is. Terwijl
Freud lichaam en geest in twee afzonderlijke compartimenten
verdeelde, bracht Adler de zaak weer bij elkaar door de mens te zien
als een eenheid van lichamelijke, geestelijke en sociale processen.
Volgens hem bestaat er ook geen strijd tussen bewuste en onbewuste
processen, zoals Freud beweerde, maar zijn het twee delen van één
systeem die een gezamenlijk doel hebben. Was Freud van mening dat
het ziek of gezond zijn, ongelukkig of gelukkig zijn van de mens
wordt bepaald door aangeboren eigenschappen, waaraan hij verder niets
kan doen. Adler zegt hoe de inhoud van onze aangeboren eigenschapp en
er ook uitziet, het gaat er om wat voor houding je tegenover die
inhoud aanneemt. Met andere woorden je bent wel degelijk
verantwoordelijk voor je eigen welzijn. Nog een pluspunt voor Adler
is dat hij niet zo stellig was wat betreft zijn theorie als Freud.
Hij wijst er zelfs op dat er in de individual psychologie
verschillende nuancen mogelijk zijn. Je hoeft niet verder met zijn
theorie mee te gaan dan je eigen ervaring toelaat. Freud
zag de psychische verschijnselen van een levend organisme meer als
constante eigenschappen. Het is de grote verdienste van Adler geweest
dat hij de psyche niet opvatte als iets wat statisch is, maar
dynamisch, als iets wat voortdurend in beweging is. Ook interessant
is het inzicht van Adler dat het leven en het gedrag van een
individu of zijn psyche niet zelfstandig te werk gaat, los van al het
andere, maar in samenhang met zijn omgeving. De grote wens van Adler
was de psychologie ooit in te delen vanuit een eenheidsperspectief.
Otto Rank
De
geschiedenis van de westerse Psychologie
Rank
was een van Freuds jongste leerlingen. Na een inspirerende reis door
Amerika kwam hij met een nieuwe theorie, die sterk afweek van de
theorie van Freud. Rank beschouwde de geboorte als de oorsprong van
een fundamenteel trauma en bouwde daar een hele nieuwe psychologische
theorie omheen. Na de geboorte wordt de oorspronkelijke staat van
eenheid met de moeder verbroken. Het kind wordt losgerukt van een
gelukkige en serene omgeving in de baarmoeder. Zo geeft onze eerste
levenservaring een gevoel van verlies en verwarring. Rank was van
mening dat het hele psychische leven van de mens bepaald wordt door
oerangst en verdringing van het geboortetrauma. Deze primaire angst
zag hij als angst om
te leven als een geisoleerd individu, afgescheiden van de moeder en
van het geheel. Daarom verlangt ieder mens onbewust weer terug naar
de baarmoeder en dat eenheidsbewustzijn. Het geboortetrauma ontstaat
volgens Rank doordat de situatie na de geboorte zoveel onaangenamer
is als de situatie voor de geboorte. Hierdoor leidt iedere
verandering van een aangename naar een onaangename situatie tot
angstgevoelens in iemands latere leven. Rank vond ook dat een verbale
benadering van psychotherapie, zoals Freud te werk ging, maar een
beperkte waarde had. Hij
wilde de nadruk meer gaan leggen op het ervaringsgerichte aspect. De
therapie is niet volledig als men niet het geboortetrauma
herbeleefde, aldus Rank
Wilhelm Reich
De
geschiedenis van de westerse psychologie
Reich
was ongetwijfeld de meest ambitieuze leerling van Freud, maar zag
geen heil in de psychoanalyse. Hij twijfelde vaak aan de
effectiviteit daarvan. Vandaar dat hij aandacht ging besteden aan de
relatie tussen het lichaam en de psyche van de mens. Reich wordt
beschouwd als de pionier op het gebied van de lichaamsgerichte
therapie. Hiermee was hij eigenlijk zijn tijd ver vooruit. Sinds hij
het lichaam in de psychotherapie ging betrekken is er veel gebeurd.
Van de eerder afstandelijke en koele psychoanalytische traditie van
zijn leermeester Freud heeft zich een evolutie voltrokken naar meer
lichaamsgerichte methodes van waaruit men een neurose benadert. Bijna
alle hedendaagse vormen van lichaamsgerichte therapie borduren verder
op zijn ideeen. Reich kwam tot de ontdekking dat een neurose ook
altijd een lichaamsneurose is en een trauma altijd een
lichaamstrauma.'Oud zeer' wordt daarbij opgeslagen in de vorm van
lichaamspantsers, die de doorstroming van levensenergie in het
lichaam belemmeren. Reich ontwikkelde een karaktertheorie gebaseerd
op eerder werk van Freud waarbij niet alleen de mind maar ook het
lichaam werd betrokken. Hij nam waar dat bepaalde karakstructuren
zich ook lichamelijk uitdrukte zoals in de bouw van iemands lichaam,
maar ook in de motoriek en expressie. Reich vond dat psychotherapie
zich niet alleen met de psyche moest bezighouden maar ook met het
lichaam in de vorm van bepaalde bewegingen, aanrakingen en met behulp
van het maken van geluid en het activeren van de ademhaling.
De Humanistische psychologie
De
geschiedenis van de westerse psychologie
Het
was Maslow die de humanistische psychologie (ook wel de optimistische
psychologie genoemd) ontwikkelde als reactie op het sombere en
negatieve beeld wat Freud had van de mens. Maslow voerde
een krachtige oppositie tegen Freuds sombere en pessimistische
mensbeeld. Hij had scherpe kritiek op Freud, omdat hij zich
voornamelijk bezig hield met onderzoek van het neurotische deel van
de mens, in plaats van zich te richtten op het geestelijk gezonde
deel van de mens. Maslow had bezwaren tegen het feit dat Freud geen
rekening hield, met dat de mens meer is, dan alleen een neuroticus.
Hij vond dat Freud voorbij ging aan de wezenlijke positieve
eigenschappen van de mens, die een aangeboren neiging heeft om te
streven naar hogere doelen en waarden. zoals: psychologische groei,
persoonlijke vrijheid en zingeving. Volgens de humanistische
psychologie heeft ieder mens bewust of onbewust het verlangen om
heel en compleet te zijn, om te zijn zoals hij is en te leven zoals
hij dat graag wil. De humanistische benadering is holistisch van
aard. Mensen worden gezien als complete organismen en niet als de som
van afzonderlijke compartimenten, aldus Maslow. De Humanistische
psychotherapie heeft als een overkoepelend gedachtegoed
gefunctioneerd voor de ontwikkeling van nieuwe therapieen.
Ondertussen zijn er zoveel humanistische therapieen dat het er teveel
zijn om ze hier te benoemen. Deze therapieen maken uitsluitend
gebruik van ervaringsgerichte, non-verbale en lichaamsgerichte
methoden . Deze methoden zijn niet gericht op aanpassing, maar op
persoonlijke groei en zelfrealisatie
Transpersoonlijke psychologie
De
geschiedenis van de westerse psychologie
Binnen
de Humanistische psychologie ontstond aan het eind van de jaren
zestig een nieuwe stroming, die het humanistische gedachtegoed te
beperkt vond. Men noemde deze nieuwe stroming transpersoonlijke
psychologie. Deze stroming binnen de psychologie, heeft sterke
raakvlakken met filosofie, spiritualiteit en kunst. De
transpersoonlijke psychologie is ontwikkeld door de psychiaters Jung,
Maslov, Assagioli, Grof en Wilber.Transpersoonlijk
betekent letterlijk ‘boven de persoon uitstijgend’.Deze therapie
gaat er van uit dat er een kern in de mens is, een constante factor,
die losstaat van iemands persoonlijke lichaam , denken en voelen.
Mensen die in contact komen met deze kern, hebben het gevoel dat ze
boven hun individuele bestaan uitstijgen en begrippen zoals tijd en
ruimte achter zich hebben gelaten. Hierdoor ontstaat een ruimere kijk
op de werkelijkheid. Ondanks dat
bovenstaande verschijnselen van tijdelijke aard zijn, hebben
piekervaringen wel degelijk therapeutische effecten, ze kunnen iemand
op een hoger plan brengen. Het kan iemand definitief in een
positiever, vrijer, spontaner, expressiever en creatiever mens
transformeren. Bovendien kunnen transpersoonlijke
ervaringen een springplank zijn naar eenheidsbewustzijn Over het
algemeen bestaat transpersoonlijke therapie uit twee stadia. Eerst
leert men de verschillende aspecten van de persoonlijkheid kennen en
de confrontatie er mee. Vervolgens leert men om zich niet meer met
deze persoonlijke aspecten te identificeren.
Samenvatting
De
geschiedenis van de Westerse Psychologie