De grens tussen ‘ik’ en niet ‘ik’
Wanneer je zegt, ik ben 'ik,' trek
je in feite een denkbeeldige grens tussen wat je bent en wat je niet bent. Alles
wat binnen die grens ligt noemen we 'ík' en alles wat aan de andere kant van de
grens ligt 'niet ik'. Het moge duidelijk zijn dat iedere grens die we trekken
zijn beperkingen kent. Kenmerkend van grenzen is echter ook dat zij verlegd en
opgeheven kunnen worden. 'Wie ben ik'? betekent dus eigenlijk, 'waar trekken we
de grens'? Onze ik-identiteit hangt dus helemaal af waar we zelf de grens
trekken. Telkens als we onze grenzen verleggen blijken er meerdere niveaus van
identiteit tot onze beschikking te staan. Dit is geen theoretische uitspraak,
ze bestaan echt , je kunt ze zelf op echtheid toetsen. De opgaande lijn van de
verschillende niveaus kunnen worden omschreven als het opheffen van de
dualiteit, tot het uitbreiden van het bewustzijn of het opheffen van grenzen.
Overigens blijven alle niveaus gewoon toegankelijk, alleen de grenzen er tussen
verdwijnen. We moeten ze stuk voor stuk ervaren en binnen het veld van
bewustzijn brengen, alvorens ze kunnen worden losgelaten en overstegen Dus
de volgende keer dat we onszelf afvragen "Wie ben ik?" markeert dit
een fundamentele scheidslijn in ons bewustzijn. Het definieert niet alleen wie
we zijn, maar impliceert ook wat we niet zijn. Deze denkbeeldige grens scheidt
onze innerlijke wereld van de buitenwereld, onze subjectieve ervaringen van de
objectieve realiteit. Toch moeten we ons bewust zijn van de beperkingen van
deze grenzen. Ze kunnen ons beperken, ons afsluiten van nieuwe ervaringen en
relaties, als we ze te star hanteren. Het is daarom essentieel om ze te blijven
bevragen, om ze te laten verschuiven en op te heffen wanneer dat nodig is, om
zo een ruimere en rijker begrip van het zelf te verkennen. Dus laten we, in
onze zoektocht naar identiteit, niet vergeten dat de grenzen van het zelf
slechts een illusie zijn - een constructie van onze geest die we kunnen
uitdagen en transformeren. En laten we, in plaats van ons te laten beperken
door deze grenzen, ons openstellen voor de oneindige mogelijkheden die voorbij
de horizon van het bekende liggen.