De
geschiedenis van de westerse psychologie
Aanvankelijk
had Freud Jung als zijn enige opvolger en kroonprins bestempeld.
Beiden stonden ook aan de wieg van de onderzoeken naar het bestaan
van een onderbewuste. Aan hun samenwerking kwam een einde toen Jung
met de aanname kwam dat er naast het persoonlijke onderbewuste een
collectief onderbewuste bestond. Hier kon Freud niet mee omgaan. Jung
ontdekte dat mensen niet alleen handelen vanuit vroegere verdrongen
gevoelens, maar ook vanuit een innerlijke belevingswereld die op geen
enkele manier terug te leiden is naar de vroegste jeugd. Hij zag
zelfs overeenkomsten met bepaalde innerlijke belevingen die in alle
culturen voorkomen, hij noemde dit 'archetypen'. Op een later
tijdstip ontdekte Jung het begrip 'synchroniciteit'. Dit is een
verschijnsel van verschillende gebeurtenissen die ogenschijnlijk
geen verband met elkaar hebben maar zich gelijktijdig voltrekken,
Met zowel het begrip archetype als het begrip synchroniciteit maakte
hij zich voor de wetenschap belachelijk. Het centrale doel van de
psychologie van Jung is het individuatie-proces. Hierbij gaat het om
het ego, de persoonlijkheid overboord te zetten en het vinden van een
'eigenheid'. De verwezenlijking van het ware zelf is een proces dat
gekenmerkt wordt door de vereniging van tegenstellingen in de mens,
zoals goed en kwaad, jong en oud, licht en schaduw, binnen en buiten.
Naarmate het verschil tussen beide tegenstellingen kleiner wordt
verdwijnen klachten en leven mensen meer in balans. Hiermee verliet
Jung in feite de psychologie en begaf hij zich op het pad van de
oosterse filosofieen. Toch gaat het verhaal dat Jung bang was voor
oosterse mystici. Ooit was hij tien kilometer verwijderd van de
plaats waar
Ramana
Maharshi woonde. Een buitenkansje om deze avatar te ontmoeten, maar
hij durfde de confrontatie niet aan. Jung was er op een bepaald
moment zelf van overtuigd dat hij een profeet was. Dit hoor je vaak
ook door verwarde mensen zeggen. Er is altijd veel kritiek geweest op
Jung, vooral door zijn twijfelachtige geestelijke gezondheid, zo
leidde de breuk tussen Freud en Jung tot een persoonlijke crisis bij
Jung.