12.3.13

Gustav Jung

De geschiedenis van de westerse psychologie

Aanvankelijk had Freud Jung als zijn enige opvolger en kroonprins bestempeld. Beiden stonden ook aan de wieg van de onderzoeken naar het bestaan van een onderbewuste. Aan hun samenwerking kwam een einde toen Jung met de aanname kwam dat er naast het persoonlijke onderbewuste een collectief onderbewuste bestond. Hier kon Freud niet mee omgaan. Jung ontdekte dat mensen niet alleen handelen vanuit vroegere verdrongen gevoelens, maar ook vanuit een innerlijke belevingswereld die op geen enkele manier terug te leiden is naar de vroegste jeugd. Hij zag zelfs overeenkomsten met bepaalde innerlijke belevingen die in alle culturen voorkomen, hij noemde dit 'archetypen'. Op een later tijdstip ontdekte Jung het begrip 'synchroniciteit'. Dit is een verschijnsel van verschillende gebeurtenissen die ogenschijnlijk geen verband met elkaar hebben maar zich gelijktijdig voltrekken, Met zowel het begrip archetype als het begrip synchroniciteit maakte hij zich voor de wetenschap belachelijk. Het centrale doel van de psychologie van Jung is het individuatie-proces. Hierbij gaat het om het ego, de persoonlijkheid overboord te zetten en het vinden van een 'eigenheid'. De verwezenlijking van het ware zelf is een proces dat gekenmerkt wordt door de vereniging van tegenstellingen in de mens, zoals goed en kwaad, jong en oud, licht en schaduw, binnen en buiten. Naarmate het verschil tussen beide tegenstellingen kleiner wordt verdwijnen klachten en leven mensen meer in balans. Hiermee verliet Jung in feite de psychologie en begaf hij zich op het pad van de oosterse filosofieen. Toch gaat het verhaal dat Jung bang was voor oosterse mystici. Ooit was hij tien kilometer verwijderd van de plaats waar Ramana Maharshi woonde. Een buitenkansje om deze avatar te ontmoeten, maar hij durfde de confrontatie niet aan. Jung was er op een bepaald moment zelf van overtuigd dat hij een profeet was. Dit hoor je vaak ook door verwarde mensen zeggen. Er is altijd veel kritiek geweest op Jung, vooral door zijn twijfelachtige geestelijke gezondheid, zo leidde de breuk tussen Freud en Jung tot een persoonlijke crisis bij Jung.