De
geschiedenis van de westerse psychologie
Het
was Maslow die de humanistische psychologie (ook wel de optimistische
psychologie genoemd) ontwikkelde als reactie op het sombere en
negatieve beeld wat Freud had van de mens. Maslow voerde
een krachtige oppositie tegen Freuds sombere en pessimistische
mensbeeld. Hij had scherpe kritiek op Freud, omdat hij zich
voornamelijk bezig hield met onderzoek van het neurotische deel van
de mens, in plaats van zich te richtten op het geestelijk gezonde
deel van de mens. Maslow had bezwaren tegen het feit dat Freud geen
rekening hield, met dat de mens meer is, dan alleen een neuroticus.
Hij vond dat Freud voorbij ging aan de wezenlijke positieve
eigenschappen van de mens, die een aangeboren neiging heeft om te
streven naar hogere doelen en waarden. zoals: psychologische groei,
persoonlijke vrijheid en zingeving. Volgens de humanistische
psychologie heeft ieder mens bewust of onbewust het verlangen om
heel en compleet te zijn, om te zijn zoals hij is en te leven zoals
hij dat graag wil. De humanistische benadering is holistisch van
aard. Mensen worden gezien als complete organismen en niet als de som
van afzonderlijke compartimenten, aldus Maslow. De Humanistische
psychotherapie heeft als een overkoepelend gedachtegoed
gefunctioneerd voor de ontwikkeling van nieuwe therapieen.
Ondertussen zijn er zoveel humanistische therapieen dat het er teveel
zijn om ze hier te benoemen. Deze therapieen maken uitsluitend
gebruik van ervaringsgerichte, non-verbale en lichaamsgerichte
methoden . Deze methoden zijn niet gericht op aanpassing, maar op
persoonlijke groei en zelfrealisatie